UA-97226585-1
Vezels zijn ontzettend belangrijk voor een gezond darmstelsel. Er bestaat geen gezond mens die een ongezonde darm heeft. En hoeveel mensen hebben tegenwoordig last van de darmen?!
In onze darmen leven miljarden bacteriën en de samenstelling van deze bacteriën bepalen of je een gezonde darm hebt of een ongezonde darm. Deze bacteriën worden ook wel darmflora genoemd. De darmflora zijn snel uit evenwicht te brengen door bv antibiotica. Deze doden veel bacteriën, de slechte uiteraard, maar dus ook de goede darmbacteriën.
Vezels zitten vooral in koolhydraten. Ze zitten daarnaast ook in plantaardige eiwitten zoals peulvruchten, zaden en noten. Ze komen niet voor in dierlijke producten.
Een vezel is opgebouwd uit lange suikermolekulen en is lastig te verteren. De spijsverteringsenzymen van de dunne darm kunnen vezels niet of nauwelijks afbreken. Vezels komen in de dikke darm terecht (laatste stuk van ons darmstelsel) waar ze gebruikt worden als voeding voor de goede darmbacteriën. Daarnaast worden vezels omgezet in gassen in de dikke darm (oa in methaan) en in organische zuren (waaronder boterzuur, wat een brandstof is voor de darmbacteriën).
Minimaal 30 gram per dag, beter zou minimaal 45 gram zijn voor preventie van welvaartsziekten.
500 gram groenten geven gemiddeld 30-50 gram vezels.
Groenten bestaan voor 40-60% uit voedingsvezels. Kant-en klare groentesap bevat echter nauwelijks vezels (die blijven achter in de pulp die vaak weggegooid wordt).
Andere goede bronnen zijn haver, peulvruchten en fruit.
Om je een idee te geven hoeveel vezels er in producten zitten:
2 bruine boterhammen: 3 gram vezels
30 gram paranoten: 3 gram vezels
100 gram rauwe wortel:3,3 gram vezels
100 gram zilvervliesrijst: 8 gram vezels
200 gram brocolli: 8 gram vezels
100 gram erwten: 20 gram vezels
In de dikke darm worden vezels door de darmbacteriën geheel of gedeeltelijk omgezet. Er ontstaan dan kortketenvetzuren (zoals boterzuur) die van belang zijn voor het goed functioneren van de dikke darm:
Door de aanmaak van kortketenzuren wordt de pH-waarde verlaagt in de dikke darm en dit heeft meerdere voordelen:
Vezels hebben nog meer functies:
Oplosbare vezels zitten in groente, fruit, haver, peulvruchten en zilvervliesrijst en zijn gemakkelijk te verwerken. De voorkeur gaat dan ook uit naar het eten van oplosbare vezels.
Onoplosbare vezels zitten in rijst, tarwe, brood, noten, schil van vruchten, verse bonen en sommige groenten. Deze zijn lastiger te verteren. Bv. volkorentarwebrood kan dan voor problemen zorgen in de vertering.